Afgelopen weekend sprak ik met Jesper. Hij heeft ‘t gevoel (en hoort ook van lezers) dat zijn teksten ‘een beetje saai’ zijn. Ze hebben vaak een negatieve ondertoon en zijn niet erg sprankelend of uitnodigend. Slaapverwekkend zelfs.

Daar baalt hij natuurlijk van. En het zorgt ervoor dat hij niet meer met plezier aan een tekst begint, het voortdurend uitstelt en er langzamerhand zijn vingers niet meer aan durft te branden.

Hij denkt er zelfs over z’n schrijfwerk elke keer uit te besteden aan een tekstschrijver. Want dat scheelt een hoop frustratie. Maar ja, daarvoor moet hij dan wel weer een goede briefing maken…

In feite wil Jesper zélf graag teksten schrijven die mensen met plezier lezen. Maar het probleem is dat hij niet weet hoe hij dat aan moet pakken (en stiekem niet gelooft dat hij dat zou kunnen).

Ik vertelde Jesper dat ie maar eens met Edward moet gaan praten. Edward de Bono, om precies te zijn, de Britse psycholoog. In 1974 ontwikkelde De Bono een theorie over 6 hoeden, elk met hun eigen kleur en effect.

Een van die kleuren is geel. Die andere 5 houd je nog tegoed en om ‘on topic’ te blijven doop ik de hoed even om tot pen.

Die gele pen staat symbool voor creativiteit, optimisme en een zonnige blik. Zeker bij dit zomerse weer is het slim (en relatief eenvoudig) om die gele pen uit de kast te halen. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Waarom? Omdat niet alleen jij en Jesper, maar werkelijk iedereen liever positieve teksten leest dan stukken waar je depressief van wordt.

Maar hoe pas je die gele pen nu toe?

1. Schrijf eerst ‘gewoon’ je tekst. Zonder je druk te maken over de toon, sfeer of stijl. En bekommer je in dit stadium zeker niet om grammatica of spelfouten. Ben je in een chagrijnige bui? Dan schrijf je gewoon een chagrijnig stuk. Geen punt. Wees coulant, maar zorg er wel voor dat je hele zinnen schrijft (en geen losse woorden).

2. Check vervolgens of je tekst alle ingrediënten bevat die je erin wilt stoppen. Inhoudelijk moet ie compleet zijn. Zodra dat het geval is, ga je verder met stap 3.

3. Pak nu je gele pen. Zet een zonnig muziekje op en bekijk elke zin en elk woord. Bedenk steeds hoe je het positiever, leuker, vlotter kunt maken. Hoe zou je zo’n zin of woord schrijven als je op een zonnig terras in de Provence zat? Welke delen zou je weglaten (zonder je stuk inhoudelijk geweld aan te doen)? Welke woorden zou je juist toevoegen of extra benadrukken? Check in elk geval alle woorden die met on- beginnen en kijk of je de zinnen waarin het woord ‘niet’ staat kunt ombuigen tot iets echt positiefs.

Op deze manier bekijk je elke zin van je tekst. Net zolang tot je er een optimistisch gevoel aan overhoudt. Maar overdrijf niet: het moet wel te pruimen blijven natuurlijk. Laat je tekst daarom zeker een dag liggen en kijk of je ‘m dan nog steeds met plezier leest (of schakel een meelezer in).

En om het je straks (in november of zo) makkelijker te maken: maak, nu de zon schijnt, alvast een lijstje met woorden die jou een opgewekt gevoel geven. Dan kun je daarop terugvallen als de regen weer tegen de ruiten slaat.

© 2012 Annet Talsma > Bureau Eigenwijs

Vond je dit interessant? Meld je rechtsboven aan voor mijn e-magazine met schrijftips en je krijgt meteen het gratis SPIEKBRIEFJE (voor slimme schrijvers) in je mailbox met nog meer tips om goeie teksten te schrijven.