Het struikelblok van menig journalist

Alle(n) hebben de Nobelprijs gewonnenNa woorden als alle, beide, vele, sommige, enkele, degene, weinige, eerste en laatste schrijf je soms een -n en soms ook niet. Velen gaan daar de mist in. Dat is niet heel erg, maar het ziet er slordig uit voor wie wel weet wat het verschil is.

En eigenlijk is het helemaal niet zo ingewikkeld. Hopelijk denk jij er ook zo over aan het eind van dit artikel. 

Stel je hebt deze zin geschreven:

De Nobelprijs voor de vrede is toegekend aan alle onderdanen van de EU. 

Als vervolg hierop kun je nu schrijven:

I. Alle kwamen naar Oslo om de prijs in ontvangst te nemen.
II. Allen kwamen naar Oslo om de prijs in ontvangst te nemen.

Veel mensen zullen voor optie II kiezen. “Als je naar mensen verwijst, komt er altijd een -n, toch?” Jammer, dat is niet zo.

Wie het ooit bedacht heeft om de ene keer wel en de andere keer geen -n toe te voegen, weet ik niet (het was een slecht plan). Maar ik kan je de regel wel uitleggen, zodat het hopelijk wat begrijpelijker wordt.

Je voegt een -n toe aan woorden als alle, beide, vele, sommige, enkele, degene, weinige, eerste en laatste wanneer ze:
a. op personen slaan en
b. zelfstandig zijn.

De crux zit ‘m voor veel mensen in het woordje ‘en’. Vele schrijven namelijk altijd een -n wanneer het op personen slaat. Maar de woorden (alle, beide, vele, sommige, enkele, degene, weinige, eerste en laatste dus) moeten ook nog zelfstandig zijn.

Hoe check je nu of ze zelfstandig zijn? Ook dat is eigenlijk weer eenvoudig. Kijk of je het woord waarnaar je verwijst al eerder in je tekst hebt gebruikt (bijvoorbeeld in dezelfde alinea, niet zes pagina’s geleden) en of je dat woord erachter kunt zetten of denken.

Als dat kan, is alle, beide etc. niet zelfstandig (het staat niet op zichzelf = geen -n). Kan dat niet, dan is het wel zelfstandig (= wel -n).

Laten we nog een keer teruggrijpen op die Nobelprijswinnaars: 

1. De Nobelprijs voor de vrede is toegekend aan alle onderdanen van de EU.
2. Alle 500 miljoen — mogen naar Oslo komen voor de uitreiking.
3. Sommige — zullen de reis ook echt ondernemen.
4. Andere — blijven liever thuis.
5. Degenen van de 500 miljoen die wel gaan, pakken de bus of het vliegtuig.
6. Enkelen van de onderdanen zullen de prijs aangrijpen om te protesteren tegen het Nobelcomité.
7. Onder anderen Miep Kniep en Jan Stuiver, omdat ze het een geldverslindend instituut vinden. 

Waar — staat kun je het woord ‘onderdanen’ uit zin 1 invullen. Alle, sommige en andere zijn dus niet zelfstandig gebruikt (= geen -n). Bij zin 5, 6 en 7 kun je ‘onderdanen*’ niet invullen (Enkele onderdanen van de onderdanen… slaat nergens op), ze zijn dus zelfstandig en dus voeg je een -n toe. 

Nu denk je misschien dat een woord als alle of vele altijd verwijst naar een woord dat eerder in je tekst al is voorgekomen. Dat is niet zo. Kijk maar naar de tweede zin van dit artikel:

Velen gaan daar de mist in. 

Je snapt best dat ik hier Vele mensen bedoel, maar die mensen heb ik nog niet genoemd. Verderop zijn ze al wel aan bod gekomen. Daarom staat daar: 

Vele schrijven namelijk altijd een -n wanneer het op personen slaat.

Hopelijk ben jij nu een van de vele (mensen) die dat niet meer doet.

© 2012 Annet Talsma > Bureau Eigenwijs

* ‘onderdanen’ is natuurlijk zo’n ‘achterhaald’ woord dat je – als ‘t ff kan – moet vermijden. Kies voor ‘burgers’, ‘inwoners’ of een ander alternatief (als je dat te binnen schiet, mij nu even niet)

 

Vond je dit interessant? Meld je rechtsboven aan voor mijn e-magazine met schrijftips en je krijgt meteen het gratis SPIEKBRIEFJE (voor slimme schrijvers) in je mailbox met nog meer tips om goeie teksten te schrijven.

Het geheim van Doe Maar!Zit jij jezelf stiekem ook te dwarsbomen?