7 tips voor een origineel sinterklaasgedicht

Voor sommige mensen is Sinterklaas het meest vreselijke feest van het jaar. Je moet door weer en wind de stad in, staat eindeloos in de rij voor de kassa, probeert collecterende Pieten te omzeilen (je hebt Piet 1 en 2 al netjes iets gegeven) en dan moet je met uitpuilende tassen weer ongezien je huis zien binnen te sluipen.

En dan ben je er nog niet. Heb je eindelijk die cadeaus in huis, moet er nog een gedicht bij. Sommige mensen schudden dat zo uit hun mouw. Tegen hen zou ik zeggen: ‘Ga lekker schudden.’

Maar veel mensen kijken als een berg tegen zo’n gedicht op. Ze wachten tot de laatste dag. Het laatste uur. De familie zit beneden al te wachten en jij zit boven nog naar een lege pagina te staren. ‘Ben bijna klaar’, roep je naar de ongeduldig wachtende neefjes en nichtjes. ‘Dat sinterklaasfeest hangt toch al van leugens aan elkaar’, denk je bij jezelf.

Als je jezelf zo klem zet, is de kans klein dat er een leuk, origineel, geestig, toepasselijk of opzienbarend gedicht boven komt drijven. In je hoofd klinken alleen maar wanhopige vragen: ‘Wat moet ik schrijven?’ ‘Wat rijmt er op dvd-recorder?’ ‘Wat is een leuke binnenkomer?’

Wat je in elk geval niet moet doen, is een standaardgedichtje van internet plukken. Je bent dan natuurlijk snel klaar, maar je doet er helemaal niemand een plezier mee en het zegt vooral iets over je eigen luiheid, uitstelgedrag of gebrek aan originaliteit. Dat wil je niet.

Voor al die mensen die aanhikken tegen dat sinterklaasgedicht, heb ik een paar tips die het wellicht wat makkelijker maken om zo’n gedicht op papier te zetten.

 

1. Begin op tijd. Schrijven kost nu eenmaal tijd (al denken veel mensen dat schrijven net als ademhalen gewoon vanzelf moet gaan). Als je minder gestrest bent, is de kans van slagen groter en heb je bovendien meer tijd om je gedicht nog eens over te lezen en eventueel te verbeteren.

2. Het hoeft niet (perfect) te rijmen. Rijm kan je houvast geven en je helpen om het gedicht lekker te laten lopen, maar maal niet om een zin die niet (helemaal) rijmt. Een kniesoor die zich daar druk om maakt.

3. Het gaat om de inhoud van je gedicht, om wát je zegt, niet per se om hóe je het zegt. Natuurlijk wordt je gedicht leuker als je originele woorden en zinsneden gebruikt, maar dat is geen voorwaarde voor een pakkend gedicht.

4. Schrijf over de persoon voor wie het gedicht is. De ontvanger krijgt het gevoel alsof je echt moeite hebt gedaan om iets speciaal voor hem of haar te schrijven. En dat kost inderdaad wat moeite, maar je oogst er zeker bewondering mee.

5. Schrijf een aantal steekwoorden op die bij je opkomen als je aan die persoon denkt. Waar houdt hij/zij van? Wat is zijn/haar hobby? Wat is er het afgelopen jaar gebeurd? Als het meezit heb je je cadeau daar ook op afgestemd. Heb je een lijstje met woorden? Pak dan een rijmwoordenboek en zoek er rijmwoorden bij. Gebruik deze woorden en ideeën om je gedicht op gang te brengen.

6. Schrijf daarna langzaam toe naar het cadeau. Maak ook voor het cadeau een lijstje met steekwoorden en zoek er rijmwoorden bij. Laat zien hoe je cadeau logisch aansluit op de gebeurtenissen van het afgelopen jaar, of bij het karakter of de hobby van de persoon voor wie je het gedicht schrijft. (‘En daarom schenkt Sint jou… ‘)

7. Sluit af met een gebiedende wijs (‘Pak dit cadeau nu maar voorzichtig uit’), een wens (‘Piet hoopt vurig dat je volgend jaar niet weer van je fiets zult vallen’) of een groet (‘Een smakkerd van Sint, m’n lieve kind’). En klaar.

Als je vandaag nog begint, ben je precies op tijd klaar. Veel plezier.

© 2011 Annet Talsma > Bureau Eigenwijs

Meer hulp nodig? Neem een kijkje op www.sinterklaasgedichtenmaken.nl.

De grootste misser die je kunt maken...Waarom een stukje van 97 woorden onbegonnen werk is