Tja, eeuwig dilemma. Schrijf je is of zijn na een aantal? Het mag namelijk allebei, hoewel er (erg) veel mensen zijn die menen dat je na een aantal altijd een persoonsvorm in het enkelvoud krijgt (is dus, of gaat, of doet, of weet etc.). Dat is niet zo.

Het hangt af van het vervolg van je tekst.

Ga je na deze zin antwoord geven op de vraag hoeveel (3, 6, 5187)? Dan neem je de persoonsvorm in het enkelvoud. Het gaat dan namelijk om de omvang, je ziet het als een geheel.

Ga je na deze zin antwoord geven op de vraag welke of wie (jas, broek en sokken; Frank, Frits en Floris)? Dan neem je de persoonsvorm in het meervoud. Het gaat in dit geval om de inhoud, de losse onderdelen. Hoeveel het er precies zijn, is minder belangrijk.

Ga je na deze zin op geen van beide vragen in, dan ontleed je de zin gewoon: een aantal = onderwerp = enkelvoud, dus de persoonsvorm ook.

© 2014 Annet Talsma > Bureau Eigenwijs

Vond je dit interessant? Meld je rechtsboven aan voor mijn e-magazine met schrijftips en je krijgt meteen het gratis SPIEKBRIEFJE (voor slimme schrijvers) in je mailbox met nog meer tips om goeie teksten te schrijven.