“Ach, wat moet ik met een website? Ik heb toch visitekaartjes?”, hoorde ik een ondernemer vanochtend nog zeggen. “Persoonlijk contact, daar gaat het om”, voegde hij eraan toe om z’n gelijk te benadrukken.

Wat hij zich niet realiseerde, is dat al die contacten die hij in levende lijve opdoet altijd (!) eerst op internet kijken om te zien met wie ze te maken hebben, voordat ze je een e-mail sturen, bellen of klant bij je worden. Zelfs als je al een halfuur of langer met diegene hebt gesproken.

Heb je geen website, dan zal je (misschien inmiddels wel niet meer potentiële) klant daar toch zijn wenkbrauwen bij ophalen en er nog eens over nadenken of hij je wel moet bellen. Bedrijven zonder website wantrouwen we namelijk. 

De realiteit is dat veel ondernemers wel degelijk een domeinnaam gereserveerd hebben. Vaak staat daar al jaren de reclame van het hostingbedrijf met de mededeling dat de site ‘under construction’ is. Het idee om een website te maken is er ooit wel geweest, maar de uitwerking ervan laat nogal op zich wachten.

Waarom hikken zoveel ondernemers er tegenaan? Meestal omdat ze niet weten hoe ze het moeten aanpakken. Ze zien het schrijven van die teksten als een onneembare vesting. Het hele project intimideert hen zo, dat ze er maar niet eens aan beginnen. En dat is zonde, want je laat er talloze kansen mee liggen.

Daarom bied ik je hier een korte leidraad. Zie het als een ladder met 7 treden, die je helpt om de teksten voor je website (nu echt) te gaan schrijven:

1. Besluit allereerst dat je nu met je teksten aan de slag gaat en prik een datum (over een week of twee, drie) waarop ze klaar moeten zijn. Kies geen datum in januari, want dat is te ver weg en geeft je nu geen prikkel om te gaan schrijven. Creëer voor jezelf een echt harde deadline, en laat het aan iedereen weten. Zet het op je site: Deze site gaat op 15 oktober live. Komt dat zien! Organiseer een openingsfeestje voor je site (of laat dat doen, dan kun jij je tijd aan het schrijven van je teksten besteden). Kortom: geef jezelf een reden om er nu aan te beginnen, in plaats van het uit te stellen tot volgende maand, na de herfstvakantie of volgend jaar.
2. Bekijk welke teksten je nodig hebt (en welke niet). Maak een logische indeling en houd het beknopt (om het jezelf niet nog moeilijker te maken).
3. Bepaal voor wie je die teksten eigenlijk schrijft. Op welke bezoeker mik jij? Wat voor soort taalgebruik moet je dan hanteren (en vooral: wat niet)?
4. Bepaal wat de structuur moet zijn van je tekst. Waar begin je mee? Welke trucs ga je toepassen om je lezers vast te houden?
5. Ga schrijven, draal niet langer. Begin bij de belangrijkste, dan zijn die maar klaar. Vind je het eng om te beginnen? Start dan met de contactpagina, die is het makkelijkst. Maar pak daarna meteen de belangrijkste bij de kop.
6. Redigeer je teksten, ga schaven, herschrijven. Controleer je indeling en het taalgebruik. Haal de fouten eruit en zorg dat ze lekker lezen, die teksten.
7. Publiceer je teksten. Ja, dat is eng, maar realiseer je dat internet een vluchtig medium is. Je kunt je teksten à la minute weer aanpassen (het staat niet gedrukt). Bovendien zijn er talloze websites en jouw gloednieuwe site heeft in dat eerste uur echt nog geen honderd bezoekers, dus de wereld vergaat niet als er een fout in je tekst blijkt te staan. Die los je een uur later gewoon nog even op. En dan op naar je feestje!

Heb je nog steeds koudwatervrees of een stok achter de deur nodig? Wil je weten welke teksten niet op je site mogen ontbreken, hoe je teksten schrijft die naadloos aansluiten bij je doelgroep én geschikt zijn voor internet (zowel qua inhoud als qua vorm)? Dat lees je hier.