Hoe je een perfecte tekst publiceert

Kermit de Kikker

Trek je bureaula eens open. Ligt daar nog een tekst die eigenlijk wel klaar is, maar nog niet perfect? Nee? Check dan die map onderaan in je Google Drive. Grote kans dat je ’m daar verstopt hebt.

Veel mensen beginnen aan een tekst, ronden ’m vrijwel af en laten ’m dan maanden liggen voordat ze ’m publiceren. “Hij is nog niet helemaal perfect. Ik moet er nog iets aan verbeteren. Zodra ik dat gedaan heb, kan ie op de site.” Excuses, smoezen en uitstelgedrag.

Herkenbaar? Vast. Er liggen duizenden ‘nog niet helemaal perfecte’ teksten in bureaula’s. Er staan er talloze ‘ergens’ in de cloud. En je wilt niet weten hoeveel er op laptops en pc’s rondzwerven.

Zonde. Zolang je ’m niet gepubliceerd hebt, gaat die tekst zeker niet voor je werken. Het lijkt misschien op dit moment wel de meest veilige optie, maar neem van mij aan: op termijn is het de meest desastreuze optie.

Klanten kunnen bijvoorbeeld niet lezen welke slimme oplossing jij hebt voor hun probleem. Ze weten misschien niet eens dat je bestaat. En je gunt jezelf niet de mogelijkheid om meer ervaring te krijgen in het schrijven en publiceren van teksten.

Ik weet dat het eng is, maar je kunt beter een tekst publiceren die niet perfect is (‘die ene zin loopt niet zo lekker’; ‘schrijf je die woorden nou aaneen of niet?’) dan helemaal geen tekst. En ja, dat vergt moed. Maar je zult merken dat die drempel uiteindelijk een stuk minder hoog is dan je dacht.

“Ja maar, mijn tekst is echt nog niet perfect.” Wees gerust: perfecte teksten bestaan niet. Dus daar hoef je niet op te wachten, dat is makkelijk. Ik heb zelf nog nooit een perfecte tekst geschreven. Zal ik ook nooit doen. Echt niet.

Of mensen je tekst goed, beter, best of perfect vinden, hangt voor een groot deel af van factoren waarop jij helemaal geen invloed hebt. Die zelfs helemaal niks met je tekst te maken hebben.

Het hangt bijvoorbeeld af van:

  • het humeur van je lezer (net een kop koffie over z’n nieuwe spijkerbroek gegooid?)
  • het tijdstip waarop hij je tekst leest (is ie al wakker? rammelende maag?)
  • de dag van de week (is ie nog scherp? frisse tegenzin? ‘ha, bijna weekend!’)
  • wat je lezer heeft gelezen vlak voor hij aan jouw tekst begon (voldeed dat aan zijn verwachtingen? was het interessant? te moeilijk?)
  • de omgeving waarin hij leest (een te drukke tram, in de zon op een terras)
  • het medium (beeldscherm, papier, telefoon) en wat je lezer daarvan vindt (trage telefoon of pc = geïrriteerde lezer = minder waardering)
  • zijn plannen voor vanavond (‘hmm, lekker uiteten!’ Algemene Ledenvergadering van de biljartclub?)

En dat niet alleen. Het maakt ook uit of je lezer …

  • je persoonlijk kent (of niet) en aardig vindt (of niet)
  • de tijd heeft (druk druk!? moet ie z’n tijd uitzitten tot het 5 uur is?)
  • al veel van je vakgebied afweet of niet (herkenning of verwarring?)
  • vaker een tekst van je leest (‘ah, leuk, weer een artikel’)
  • goed heeft geslapen (gaap)

Kortom: Wat een zekere lezer, op een zeker moment, op een zekere plek van jouw tekst vindt, is subjectief. Per definitie. Kraakt iemand je tekst af? Ga dan niet bij de pakken neerzitten. Sterker nog: er is vast iemand die precies het tegenovergestelde vindt. Alleen heeft diegene jou dat nou net niet laten weten (en de zuurpruim wel).

Uiteraard probeer je wel zo goed mogelijk aan te sluiten bij de vraag, de behoefte en het niveau van je doelgroep, maar laat je niet ontmoedigen door de mening van 1 enkele lezer. Want misschien heeft ie vandaag gewoon z’n dag niet. Zou toch zonde zijn als jij daardoor jouw goede tekst in de prullenbak zou gooien.

Streef dus niet naar de perfecte tekst. Wil je toch de mening van iemand anders op je teksten voordat je ze publiceert? Stuur me een mail en ik kijk ernaar! En wees je ervan bewust dat hoe meer je schrijft én publiceert, hoe meer bedreven je wordt in het schrijven, hoe meer reacties van anderen je krijgt op je teksten en hoe makkelijker het allemaal wordt.

Je zult bovendien merken dat de meeste reacties positief zijn. En die enkele negatieveling… laat ’m eerst zelf maar eens een tekst schrijven. Praten we dan nog eens.

© Annet Achterkamp-Talsma

Een onderzeeër die ijsbergen maakt...